dinsdag 10 april
Modeltreinbanen zijn lang zo duf niet als je zou denken. Na uitgebreide research (lang leve het internet) om erachter te komen of “men” de poppetjes op een modelbaan nu figuurtjes noemt of poppetjes, zodat ik in mijn marathonverhaal geen flater sla, vind ik dat dit wel het statement van de dag is. Je denkt altijd maar aan mannen met kale koppen die de hele dag naar hun rondrijdende treintjes kijken, maar zo is het dus niet. Zo’n baan moet wel éérst gemaakt worden! En dat is een staaltje hard werk, geduldbeoefening en priegelkunde waar je U tegen zegt! Zo’n stoffige treintjestuffer is qua mannelijkheid net zo stoer als de gemiddelde David Beckham, als niet véél en véél stoerder!
Tot zover mijn pleidooi voor mijn allerliefste personage Jan, die kalend is en een modelbaan heeft. Grijns.
woensdag 11 april
Een vriendin vertelde me dat ze na tien jaar haar familie in Afghanistan had teruggevonden. Sinds ze gevlucht was had ze met niemand contact meer kunnen krijgen. Op een gegeven moment be- schreef ze hoe haar vader aan haar broer probeer- de duidelijk te maken dat zijn zus na zoveel jaar eindelijk weer terecht was. Alleen waren vader en broer op dat moment in een openbare gelegenheid. En daar mogen mannen het niet over vrouwen hebben. Dus de vader gebruikte de mannelijke versie van de naam van zijn dochter om zijn zoon kenbaar te maken welke persoon nu terecht was. Waarop die zoon er natuurlijk niks van begreep.
Het is geen halfkomische situatie, het is gruwelijk. Vrouwen mogen in Afghanistan niet benoemd worden. Ze mogen niet bestaan. Zelfs een geliefde dochter, die je na tien jaar piekeren en zoeken eindelijk terugvindt, mag je niet benoemen.
©2007 Sirouns Schrijftafeltje.