vrijdag 23 maart
De weg van mijn stad naar de stad waar mijn ouders wonen is ongeveer 150 kilometer lang. Ik heb hem in de afgelopen tien jaar al zo ontzettend vaak afgelegd.
Waar de roofvogels langs de snelweg hun favo- riete takken en paaltjes hebben, welke verschil- lende merken de benzinepompen afwisselend hebben gehad, hoe lang een bepaald boerderijtje te koop stond en dat een ander boerderijtje een paar maanden geel is geweest. Bij welk kilometer- paaltje het met een beetje turen mogelijk is om op de horizon al iets van mijn stad te onderscheiden, bij welk kilometerpaaltje ik een konijn heb plat zien rijden. Ik weet het allemaal.
En toch: in het donker is die route opnieuw een raadsel voor mij. Alsof ik ‘m pas voor de tweede keer afleg en ieder oriëntatiepunt kwijt is.
zaterdag 24 maart
Jambalaya. Negen jaar geleden, na mijn propedeuse, wilde ik mijn zomervakantie wijden aan het maken van een prachtig kookschrift. Zo’n kleurrijk ding met aantrekkelijke gerechtenplaatjes op de linkerbladzijde en op de rechterbladzijde de recepten, in strakke lettertypes met krullerige kapitalen. Ik raakte er, na een ei-afdeling en een garnalen-afdeling 5 bladzijden in op weg en deed er daarna nooit meer wat mee. Het laatste recept was Jambalaya. Lekker maximaal heet met salami, spaanse pepers, chilivlokken en cajunkruiden.
Vandaag, na 9 jaar regelmatig verlangen naar dit gerecht, stond het op m’n verjaardagsmenu. En het viel tegen.
Was dat nu onvermijdelijk?
©2007 Sirouns Schrijftafeltje.