zondag 22 april
Geluidsoverlastig dagje vandaag.
Hangjongeren met technoherrie uit hun auto aan de rand van het winkelplein.
Brullende mannen die een doelpunt vierden in en buiten het café aan de overkant.
Telefonerende man op de parkeerplaats: “Ik bel je zo terug! Wat? Ja, ik bel je zo terug! Ja, ik zei dat ik je zo terug bel. Ik bel je zo terug! Ja, inderdaad, maar ik bel je zo terug. Wat? Ja. Ik bel je zo terug!”
’s Nachts om 1 uur het toppunt: de hangjongeren hadden een prima rijmpje uitgevonden om tegen de patrouillerende politie te scanderen (natuurlijk net zodra die met hun auto weer de hoek om waren): “Politie - politie, de hoeren van justitie!” Ja…, dat was blijkbaar zo’n briljant rijmpje dat het wel twaalf keer rondgeloeid mocht worden!
Daarna werd het eindelijk stil.
dinsdag 24 april
Finzi’s celloconcert is inmiddels een onwrikbare liefde van mij geworden. Eerder schreef ik over mijn nieuwsgierigheid naar de rest van de delen en ik ben beslist niet teleurgesteld. Juist overdonderd. Elke keer als ik het beluister, begrijp ik niet hoe het kan dat het zo intens mooi is. De cello accen- tueert achter elkaar allerlei emoties, zo verfijnd, en is samen met het orkest zó bevestigend en levens- lustig op het einde. Het is haast een geruststelling dat Finzi de première van dit concert nog hoorde, vlak voor hij dood ging.
Op mijn cd gaat het celloconcert gepaard met een eclogue voor piano en strijkorkest. Een eclogue is een beschrijving van een idyllisch plattelandstafereel. Die idylle is er zonneklaar in te horen. Prachtig, meeslepend stuk.
Ik hou van Finzi. Van harte zou ik willen dat zijn werken bekender waren dan ze zijn.
©2007 Sirouns Schrijftafeltje.