zaterdag 14 juni
Ik schudde wat chips in een schaaltje. Pombär- chips. Van die leuke, lachende en zwaaiende zoute aardappelbeertjes. En ik bedacht me dat het misschien wel lekker zou zijn ze te dippen in chili- saus, daarom, guts, wat Calvé erbij. Zag er leuk uit.
Ook smaakvol, ja, een aanrader, bedacht ik me, al snackende.
Opeens leek het me leuk om de berenlijfjes van de berenhoofdjes te bijten, en de berenarmpjes van de berenrompjes, en dan de hoofdjes en de armpjes recht in de chilisaus te steken. Leek het net alsof de beertjes al lachende en zwaaiende in de chilisaus aan het zwemmen waren. Dacht ik.
Pas toen ik mijn buik vol had van de berenbuikjes, zag ik het tafereel in het schaaltje in een ander daglicht.
zaterdag 9 augustus
Met een vriendin maakte ik een gezellig ommetje. Het was mooi weer en de wandeling gevarieerd: langs vaart en nieuwbouwwijk, graffiti en afge- bladderde muren, en bovenal kwam ik eindelijk te weten waar ik mijn bloemkool kan kopen als de AH dicht is. En net toen wij wat dorst begonnen te krijgen, stuitten we midden in de wijk op groot bord van een pasgeopende uitspanning: Brams Bar. Drank voor een spotprijsje en voldoende keus op de kaart; dat leek ons wel wat.
Het prettigst nog wel van deze bar was de rust die het uitstraalde, niet druk, temidden van een tuin, enkel fluitende vogels als achtergrondmuziek en de barman kletste je niet de oren van het hoofd: hij las. In de Donald Duck.
En hoogst verbaasd was hij, toen mijn vriendin met ‘Dus jij bent Bram?’ een gesprek opende: ‘Hoe weet je dat?’
Wij waren de eerste klanten, vertelde zijn moeder.
©2007 Sirouns Schrijftafeltje.